De ontdekking: zonlicht omzetten in elektriciteit

Voor de geschiedenis van zonnepanelen gaan we terug tot ongeveer 1839. Toen ontdekte de Franse fysicus Antoine César Becquerel het zogenaamde ‘fotovoltaïsche’ effect. Voor het eerst werd ontdekt dat zonlicht kon worden omgezet in elektriciteit. 50 jaar later werd de eerste zonnecel gemaakt, wat diende als basis voor de zonnepanelen zoals we die vandaag de dag kennen. De eerste zonnecellen waren echter niet zo krachtig als die wie we nu kennen, ze konden slechts 1 á 2 procent van het zonlicht omzetten in energie. Het heeft vele tientallen jaren geduurd voordat zonnecellen genoeg rendement opleverden om interessant te zijn voor particulier gebruik. In 1999 werd een hoogtepunt bereikt, met een zonnecel met een photovoltaïsch rendement van 36 procent.

Sinds 2000 is het opwekken van energie uit zonnepanelen steeds rendabeler geworden. Door dalende productiekosten van zonnepanelen en almaar stijgende energiekosten, is het voor zowel consumenten als bedrijven steeds interessanter geworden om zonnepanelen aan te schaffen.

De toekomst van zonnepanelen

De laatste jaren wordt er steeds vaker gesproken over het wereld energietekort. Wetenschappers gaan op zoek naar nieuwe manieren om energie op te wekken. Ook zonnepanelen maken hier onderdeel van uit. Inmiddels worden ook andere toepassingen van zonnepanelen onderzocht, zoals het plaatsen van zonnepanelen in de ruimte. Ook worden er steeds innovatiever zonnecellen en zonnepanelen ontwikkeld, welke meer rendement opleveren en een nog kortere terugverdientijd hebben. Van dunne film zonnepanelen, tot plastic zonnepanelen, harmonica zonnepanelen of 3D zonnepanelen; er wordt volop onderzoek gedaan naar de verdere ontwikkeling van rendabele zonnepanelen. Wordt ongetwijfeld vervolgd.